« Mon père m’a cassé la mâchoire »

– Cette colonne n’est disponible qu’en néerlandais – De eerste jaren na mijn afstuderen behandelde ik veel gezinnen uit een destijds zogenaamde ‘krachtwijk’ in Nijmegen. Een aantal keer kwam ik een casus tegen waarbij ik sterk het gevoel had dat er sprake was van structurele verwaarlozing of huiselijk geweld. Ik wist in die jaren niet goed wat ik concreet met dat gevoel aan moest. Hoe kon ik, als signalerend tandarts, zorgen dat het thuis veiliger werd voor deze kinderen?

Dus toen in 2013 de ‘Meldcode Veilig Thuis’ kwam, was ik blij: eindelijk handvatten! Hoewel, in de praktijk bleek het toch nog steeds een ingewikkelde klus om hier goed mee om te gaan. Wat het moeilijk maakt is dat het voor mij, als tandarts, lastig is vast te stellen of mijn gevoel klopt. Zowel ouders als kinderen vertellen niet zomaar dat er wat mis is.

Hoe anders was het toen ik in 2010 voor Mercy Ships in Togo werkte. Ik behandelde een 16-jarige patiënt bij wie het wél meteen duidelijk was dat er sprake was van huiselijk geweld. Het meisje vertelde dat haar vader een steen tegen haar onderkaak had gegooid. Haar kaak was hierdoor gebroken. Bij gebrek aan medische hulp was de fractuur al meer dan 3 weken oud en gaan ontsteken. De kaakdelen waren flink mobiel, er ontbraken gebitselementen en er was een extraorale fistel aanwezig. De spijt betuigende vader was zelf aanwezig om zijn dochter te ondersteunen. Blijkbaar was er in Togo in die tijd niet zo’n taboe op dit onderwerp en was het de normaalste zaak van de wereld om dit gewoon te vertellen.

foto_s_meisje_kaakfractuur_2010_web.png
16-jarige meisje met een meer dan 3 weken oude kaakfractuur door huiselijk geweld (Beeld: Mercy Ships)

Net als met de casussen in Nederland worstelden we destijds ook als vrijwilligers met de vraag hoe we hier het beste mee om konden gaan. Medisch gezien hadden we de tools om  de kaakfractuur te behandelen. Maar wat konden we verder doen met dit overduidelijke geval van huiselijk geweld? Terugkijkend had ik graag meer gedaan om dit meisje te helpen.

De jaren daarna heb ik – weer terug in Nederland – mijn best gedaan om dit thema beter op de kaart te zetten in het onderwijs. Ook heb ik een aantal keer, in samenspraak met ouders, een melding gedaan. Het doel hiervan was dat er meer hulp voor het gezin zou komen. Ik heb ontdekt dat ik door mijn zorgen te bespreken, kinderen ook op dit vlak kan helpen. Vanwege de complexe problematiek is daar voldoende kennis voor nodig en vooral de moed om die extra stap te maken. Mijn ervaring is dat vooral de relatie met de patiënt hierin het sleutelwoord is. Als tandartsen kunnen wij -en jij dus ook- een belangrijk verschil maken voor deze kwetsbare kinderen, waar ook ter wereld.

Deze column werd gepubliceerd op de website van het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde op 22 juli 2021